Note sur le professeur Jean Delville
Nota over J.P. Delville
S.R. Pattyn
Professeur émérite - Institut de Médecine tropicale - Anvers------------------------------------------------------------------------------------------
Toen ik in oktober 1955 in het toenmalige Elisabethville (nu Lubumbashi) aankwam was Dr. J. Delville er enkele dagen vóór mij uit vakantie in België terug gekomen, per auto van Matadi tot Elisabethville, een illustratie van wat toen de Pax Belgica was. Delville was er sinds jaren directeur van het Laboratoire Médical dat zopas was ingetrokken in een splinternieuw prachtig, prestigieus laboratorium. Enige tijd later brak een poliomyelitis epidemie uit en was weefselkweek voor isolatie van het virus nodig. Delville had een zo degelijke voorraad van producten en materiaal aangelegd dat onmiddellijk met celculturen kon gestart worden. HeLa cellen werden uit het laboratorium van Leiden aangevlogen. Delville was ook de grote pokken vaccin producent, voor gans Congo, en had daarvan in samenwerking met de dierenartsen een aangepaste methode ontwikkeld. Het was de bedoeling ook gevriesdroogd vaccin te bereiden waarvoor de nodige installatie werd verworven, maar het is nooit tot een uitvoering gekomen. Met de dierenartsen werd ook rabiësvaccin op schapenhersenen aangemaakt. Delville dirigeerde het ganse laboratorium nauwgezet en was begaan met de kwaliteit van het geleverde werk, en de uitstraling. Er was ook geen sprake van dat een inlander enige verantwoordelijkheid, buiten het opsporen van darmparasieten, in het laboratorium mocht nemen. Delville kon zich dan ook niet voorstellen dat het laboratorium na de onafhankelijkheid van Congo zonder blanken zou kunnen functioneren en bleef er nog gedurende enkele jaren. Maar allengs werd de toestand ook voor hem onhoudbaar en diende hij zijn dierbaar Laboratoire Médical op te geven. Toen wij er de weefselkweek techniek hadden ontwikkeld en pogingen ondernamen om Mycobacterium leprae daarin tot vermenigvuldiging te brengen, bleef hij niettegenstaande alle negatieve resultaten er koppig mee doorgaan, zelfs nog toen hij in België terug was, en in de Ecole de Santé Publique van de UCL een onderkomen gevonden had. Delville was een fier en uiterst conservatief man. Voor hem waren er toendertijd 3 soorten mensen: de "anciens" die in de Congolese brousse de ambulante diensten vóór de 2de oorlog verzorg hadden, de "echte" die "de zwarten kenden", dan waren er de "nieuwe", die na de 2de WO waren aangekomen en volgens hem een comfortabel luxeleventje leidden, en tenslotte de zwarten, waarvoor de "Indépendance du Congo en 30 ans" van J.Van Bilzen een waanzinnige utopie was. Ik had na 1960 nog nauwelijks contact met hem. Hij is ongetwijfeld gestorven in de overtuiging dat het kolonialisme alleen voordeel voor de gekoloniseerden had gebracht.